Bobos in Paradise

Heeft u al gehoord van bobo’s? Niet de klerenwinkel in Tremelo nee, maar het type mens. Ik weet dat de term enige verwantschap oproept met bonobo’s, maar ook daar is de link niet geheel correct (hoewel je dat altijd in twijfel kan trekken natuurlijk). Nee, de bobo waarover ik het heb is de bourgeois bohemian, een term die voor het eerst door schrijver David Brooks werd gebruikt in zijn boek met de ronkende titel ‘Bobos in Paradise: The New Upper Class and How They Got There’ (ik beken dat ik het werk nog niet gelezen heb en baseer wat nu volgt dus vooral op buikgevoel. Maar hee, dat is dan weer het geestige aan een blog, juist of fout bestaat hier niet!).

Een bobo is een nieuw type yuppie, iemand die materieel comfort probleemloos verzoent met politieke correctheid, ondanks een goedbetaald job in een jong en dynamisch bedrijf geld niet belangrijk zegt te vinden, ecologisch verantwoord consumeert en tegelijkertijd met Ryanair naar Rome vliegt, en cocktails gaat drinken in een gescheurde jeans. Kortom, het type mens waar uitdrukkingen als ‘links lullen, rechts vullen’, ‘loftsocialist’ of ‘gauche caviar’ voor zijn uitgevonden.

Maar de bobo is vooral ook het type mens waarvan ik altijd zeg dat ik er niet toe behoor of wil behoren, dat ik anders ben, uniek, niet in een hokje te stoppen. En dat is precies het moment waarop enige zelfreflectie zich opdringt, met een confronterend resultaat tot gevolg. Want waarom zeg ik anders dat ik de Lidl toch niet zo’n mooie winkel vind en liever naar de Delhaize ga? Waarom wou ik per sé een blitse auto om vervolgens mijn geweten te sussen met het label ‘Eco’ op mijn bumper? En gebruik ik die smartphone echt alleen maar om De Standaard te lezen?

’t Is een feit en ’t is waar, soms moet je erkennen dat je even voorspelbaar bent als de mensen die je het liefst bekritiseert. Want dat is waar het allemaal om draait natuurlijk, we meten ons altijd met onze gelijken. Of liefst met degenen die net dat tikkeltje hoger staan op de bobo-, yuppie- of whatever-ladder. Zolang we maar iemand hebben om ons tegen af te zetten en tegelijk jaloers op te zijn.

Zo, nu ik mezelf even een strenge blik heb toegeworpen kan ik weer verder. Ik moet trouwens opschieten, mijn smartphone-app meldt me dat mijn trein er weldra aankomt. Ideaal, dan ben ik mooi op tijd voor mijn etentje met aangepaste wijnen van vanavond, samen met een hoop andere foodies. Wat moet een bobo anders doen op vrijdagavond?

0 Comments