Bloggen voor beginners #4: 10 tips om goede foto's te maken

Zo, inmiddels heeft bloggen geen geheimen meer voor jullie. En als dat toch nog het geval zou zijn, check dan snel even de vorige afleveringen (nummer 1, nummer 2 en nummer 3) in mijn Bloggen voor beginners-reeks.

Maar, geen tekst zonder beeld! Daarom geef ik jullie vandaag 10 tips om goede blogfoto's te maken:

1. KIES EEN MOOIE ACHTERGROND


De ideale achtergrond bevat een mooi patroon en heeft een natuurlijke en rustige uitstraling. Denk aan een houten vloer, een fijn stuk stof of een mooi papiertje. Je kan bijvoorbeeld overwegen om je foto's altijd tegen dezelfde achtergrond te maken en zo een 'handelsmerk' te creëren.

2. HOU REKENING MET BELICHTING

Fotografie betekent letterlijk 'tekenen met licht', wat inhoudt dat je bij te veel of te weinig licht eenvoudigweg geen foto kan maken. Te veel licht heb je bijvoorbeeld midden op een zomerdag wanneer de zon volop schijnt, te weinig licht dan weer bij die o zo gezellige nachtwandeling. Klinkt voorspelbaar, maar wist je dat het binnen in huis vaak ook te donker is om foto's te maken? Kunstlicht wekt de indruk dat het allemaal nog wel zal lukken, maar eigenlijk liegen je ogen je een beetje voor. Het is dus niet jouw schuld dat die foto's van dat fantastische feestje niet zo goed gelukt zijn: er was gewoon te weinig licht!

Daarom:

3. GEBRUIK HET GOLDEN HOUR


Het golden hour is het uur nadat de zon opkomt en het uur voordat ze ondergaat. Op dat moment van de dag is het licht veel zachter en warmer dan overdag, waardoor je foto's een mooie gouden gloed krijgen. Echt de moeite om eens uit te testen! En je hebt geluk, want de maanden september en vooral oktober staan ervoor gekend heel veel 'gouden gloed' te geven. Als de zon wil schijnen natuurlijk...

4. KEN DE BASICS

Dingen als diafragma en sluitertijd klinken behoorlijk griezelig, maar zijn wel interessant om je even in te verdiepen. Eigenlijk is het gewoon basisfysica: het diafragma is de opening waardoor het licht op je sensor valt en de sluitertijd is de snelheid waarmee dat diafragma geopend en terug gesloten wordt. Diafragma en sluitertijd staan steeds in verhouding tot elkaar, en kies je in functie van de omstandigheden: zo maak je op een sportevenement best foto's met een grote diafragma-opening en een korte sluitertijd, en kies je voor zweverige avondshots een kleine diafragma-opening en een lange sluitertijd. Maar let op: wanneer je sluitertijd langer is dan 1/60 gebruik je best een statief, want anders zijn je foto's bewogen.

5. SPEEL MET SCHERPTEDIEPTE

Van zodra je de werking van diafragma en sluitertijd een beetje beet hebt, kan je gaan spelen met de scherptediepte. Je kent het wel, dat effect dat één deel van je foto scherp is en de rest wazig. Hoe je dat doet? Je kiest het object dat je scherp wil hebben, je zoomt erop in, stelt erop scherp en drukt vooral met een zo groot mogelijke diafragma-opening af.

Zie je het verschil op de twee foto's? Bij de eerste stelde ik scherp op de kabouter, bij de tweede op de plant.



6. KOOP EEN GOEDE CAMERA

Neen, je hoeft niet meteen de meest gesofisticeerde spiegelreflex te kopen, want een basic toestel werkt ook prima. Het leuke aan een goed fototoestel is vooral dat het je de mogelijkheid geeft om met de instellingen te spelen, terwijl de opties bij een smartphone beperkter zijn. Natuurlijk levert een goede camera niet automatisch de perfecte foto, dat is nog altijd de taak van de fotograaf. Maar het kan wel een stap in de goede richting zijn :-)

7. EXPERIMENTEER MET PERSPECTIEF

Probeer eens een ander standpunt dan gewoon 'recht vooruit'. Ga eens op een stoel staan of buig eens door je knieën. Of leg je - waarom ook niet? - eens op je buik. Dat levert heel wat variatie in je beelden.

8. HOU DE REGEL VAN 3 IN JE ACHTERHOOFD

Voor wie dacht dat de regel van 3 enkel in de wiskundeles van toepassing was: mis! Want ook voor je foto's kan dit een handige techniek zijn. Foto's waarop het object pal in het midden staat zijn namelijk vrij saai, tenzij je een pasfoto of portret maakt natuurlijk. Daarom loont het de moeite om je foto denkbeeldig in negen zones te verdelen en je object telkens op een scheidingslijn tussen die zones te zetten: op 1/3 van de rand dus.

Klinkt dat ingewikkeld? Nee hoor, kijk maar naar de kabouter:

Op 1/3

In het midden

9. DURF UITSNIJDEN

Er is echt niets verkeerd met je foto wat bij te werken en uit te snijden, al is het maar omdat lelijke lantaarnpalen of ongewenste voorbijgangers het beeld al eens kunnen bederven. Daarom is het vaak best om je foto's 'breed' te maken en nadien uit te snijden, zodat je zeker alle informatie hebt die je wil. Maak wel eerst een kopie van de originele foto, voor het geval je toch niet tevreden bent met het bijgewerkte resultaat.

10. DOSEER DE FILTERS

In tijden van Instagram is het zeer verleidelijk om helemaal wild te gaan met filters, wat vaak toffe effecten oplevert. Zorg wel dat je niet té ver gaat in het filtergebruik, want voor je het weet krijgt je foto een heel onnatuurlijke uitstraling. Eigenlijk kan je filters als de make-up van je foto beschouwen: een bescheiden dosis helpt om een aantal zaken extra in de verf te zetten en je foto van het scherm te laten spatten, maar een overdosis zorgt voor een onnatuurlijk en vaak lelijk effect.

Voilà, haal die camera nu maar van stal, ik ben benieuwd naar het resultaat! Volgende week komt de laatste aflevering uit de reeks: een lijstje met fijne en interessante blogs om te volgen. Kandidaturen zijn steeds welkom ;-)

4 Comments