Mini-escape in de Duits-Luxemburgse Eifel


Na een geweldige roadtrip in Zwitersland vorige zomer, hadden we ook dit jaar zin in een 'simpele natuurvakantie met weidse landschappen'. Niet te veel geregel, geen gedoe met vliegtickets, niet ver en vooral lekker rustig. Richting Eifelregio trekken was dus een heel logische keuze, want op nog geen twee uur rijden even uitblazen in een totaal andere wereld = altijd goed!

Maar, spoiler alert: wie hoopt om er dezelfde adembenemende landschappen als in Zwitserland terug te vinden (ik dus :-)), is er aan voor de moeite. De Eifel is een erg mooie heuvelachtige regio, maar het machtige gevoel dat de bergen oproepen blijft hier wel uit. Niet dat we daar een minuut mee hebben ingezeten. We haalden vastberaden onze matchende regenjassen uit de kast, klaar om de gemiddelde leeftijd in de Eifelregio een flinke duik te laten nemen.


Logeren deden we in Krautscheid, bij Gasthaus Gansen. Als je geen bloemengordijnen of filterkoffie kan verdragen, blijf er dan vooral weg. Maar als je elke dag een stevig ontbijt met wisselende ei-selectie en wat ouderwetse kitsch kan smaken, val je hier met je gat in de volle roomboter.

We kozen voor een midweek in september, wat ideaal was om te wandelen, rond te rijden en te flirten met de Duits-Luxemburgse grens. Want ook al is de Eifel absoluut niet ver van huis, veel meer dan een eerste tussenstop op weg naar exotischer oorden (zei er iemand goedkoop tanken?) is dit stukje Europa vaak niet.

Terwijl er best wat moois te vinden is. Zoals dit Gerolsteiner Keltenpad, een suggestieroute langs de veel langere Eifelsteig, een wandelpad dat Aken met Trier verbindt. Officieel staat het Keltenpad geklasseerd als kinderwandeling, maar voor twee ongeoefende gezapigaards was dat al meer dan voldoende uitdaging.



Een ander schoontje was de panaromaroute in Waxweiler, die deels langs het gekende Devon-Pfad liep. Bleek nog eens very instagrammable te zijn ook, met z'n selfie-hotspots ;-)



Gelukkig valt er nog meer te beleven in de regio dan enkel hossen in de bossen. Trier, in het hart van de Moezelstreek, lag op minder dan een uur rijden. Te dicht om te laten liggen dus. Voor velen een klassieke weekendbestemming, maar omdat het er niet erg groot is krijg je op een paar uur tijd ook al een mooi overzicht van wat de stad te bieden heeft. Enfin, dat was toch de indruk die wij kregen tussen een taartje, glas wijn en belachelijk goedkope pizza door ;-)


Op de meest regenachtige dag van de week trapten we de wandelschoenen finaal uit en trokken we op mini-roadtrip door het Groothertogdom Luxemburg. Dat dit officieel een land is wist ik wel uit de aardrijkskundelessen, maar verder dan een stop in de hoofdstad was ik nog nooit geraakt. Geheel onterecht dus, want je vindt er een geweldig mooie mix van de Ardennen, Frankrijk en Duitsland, met bossen, rotsen, meren en een occasionele rosse koe.

De Obersauer Stausee, een van de meest gefotografeerde plekken van Luxemburg

Cows with a view. Op de achtergrond zie je het kasteel van Bourscheid.
Op de voorgrond mijn proviand voor gevallen van hangryness.

Pont Adolphe, Luxemburg-stad

Man met vuilbak, Luxemburg-stad

Oude omwalling, Luxemburg-stad

Heb ik nu de smaak volledig te pakken en wil ik niets anders meer dan op wandelvakantie tussen de actieve senioren? Neen, toch niet. Hoe heerlijk ik het ook vond om even uit te waaien op een rustige plek, na een dag of vijf was ik er wel mee klaar. Deze heerlijke weekend- of midweekbestemming hou ik met plezier achter de hand als quick fix, maar een volgende keer mag het nog eens verder en meer zijn. Wat en waar, dat zien we nog wel. Ik begin alvast te dromen!

0 Comments