Huizen met tuinen, zeer geestig allemaal. Vooral als het onkruid kniehoog staat en het gazon een zee van vreemde bloemen en lappen mos vormt.
Maar: ongelooflijk hoe bevrijdend een bosmaaier kan werken! Oké, uw gazon ziet er na afloop vooral uit alsof ie net een motorcross heeft moeten verwerken, maar alle ongewenste gewassen zijn wel degelijk wég. Sommige gewenste gewassen helaas ook, maar laten we dat voor het gemak even als collateral damage beschouwen.
En dát, mijn beste lezertjes, wil zeggen dat er een nieuw tijdperk aangebroken is: dat van de brakke grond terug tot leven te roepen met wat groensel. Maar, en u voelt het al komen, hoe moet ge daar in godsnaam aan beginnen?
Iets zegt me dat deze rekel wel eens een goede vriend zou kunnen worden:
© De Moestuin |
Als je Wim Lybaert hoort kan je niet anders dan geloven dat tuinieren geweldig is, die mens straalt zoveel enthousiasme uit dat je die laatste overlevende rozelaar spontaan zou gaan knuffelen (Wat, bij nader inzien, niet zo'n goed plan is. Rozen en doorns, weet je wel?).
In elk geval: Julie kent niks van tuinieren, maar dan ook echt niks. Ze heeft een lap grond die, getuige de grote hoeveelheid verwijderd onkruid, zeer vruchtbaar blijkt te zijn, maar die buiten wat verdwaalde struiken en planten momenteel bijzonder weinig om het lijf heeft. Én ze heeft een lege, instapklare serre, die dringend om wat gezelschap smeekt.
Dus, beste Wim, waar wachten we nog op? En avant la musique!
3 Comments