Palaveren op drie wijzen

Regelmatig beland ik al eens op een vergadering. Meeting, zoals dat tegenwoordig in schoon Nederlands heet. Lange tijd dacht ik dat vergaderingen privéterrein waren voor het echte bedrijfsleven met managers in kostuum, maar blijkbaar komen ze ook veelvuldig voor in de zogenaamde ‘zachte’ sectoren. En, u raadt het al, die sector is ook het domein van het halfzachte ei achter deze blog.


Er bestaan verschillende types vergaderingen en vergaderaars, maar de echt efficiënte exemplaren zijn zeer zeldzaam. Ik denk trouwens dat inefficiënt vergaderen het vaakst gebruikte excuus is om niet echt te moeten werken. ‘Hoe was jouw dag?’ ‘Druk druk druk, ik heb de hele tijd vergaderd!’ Geef toe, klinkt toch mooi? Maar eigenlijk is het een veredelde manier om te zeggen dat je niets hebt gedaan en je dan maar op de wakke broodjes gestort hebt. Niet dat je gemakkelijk aan vergaderingen kan ontsnappen en met opzet zit te niksen, maar toch, zuchtend zeggen welk werk je allemaal had kunnen doen lijkt vaak veel opluchtender dan dat werk gewoon uitvoeren. En ja hoor, ik pleit schuldig.

Opvallend vind ik ook dat je steeds dezelfde vergadertypes aantreft. Een eerste sujet is de filosoof, die zich van geen kwaad bewust is en graag wat reflecteert bij de gang der dingen of bij uitbreiding bij heel Het Leven. De filosoof vindt vergaderen zo gezellig dat hij nooit een beslissing neemt, want dan zou de vergadering te snel gedaan zijn. Liefst van al plant hij aan het einde een nieuwe bijeenkomst om het filosofisch rondje in de nabije toekomst verder te zetten of richt hij een aparte commissie op, die dan op eigen beurt kan beginnen vergaderen, met afgevaardigden en subgroepen en zo.

De beste vind ik zonder twijfel de bemiddelaar: start de bijeenkomst met een beetje gepalaver ter contextualisering en sfeerschepping, om vervolgens zeer doelgericht knopen door te hakken middels een strakke delegatie. Iedereen te vriend houden en intussen vlot beslissingen nemen, je moet het maar kunnen.

Maar, de ergste van allemaal is ontegensprekelijk de alfavergaderaar: palavert even graag als de filosoof, maar met dat grote verschil dat hij (ja, het zijn vooral hij’s) zichzelf graag entertaint met verhalen over… zichzelf. Al de rest is bijzaak. En o wee wanneer iemand anders hetzelfde dreigt te doen, want de alfavergaderaar snoert hem linea recta de mond. Ik weet niet precies hoe het in het echte bedrijfsleven zit, maar ik heb een donkerbruin vermoeden dat dit type daar welig tiert. Ze hadden ze daar beter gehouden.

En ikzelf? Ik probeer de boel zoveel mogelijk te ontlopen, tenzij ik zin heb in een half dagje leuteren en traiteurbroodjes met krabsla. Alleen jammer dat die zo brokkelen, wat me telkens weer op mijn lunch-handicap wijst. Ik vrees dat er intussen al een halve bakkerij + charcuterieafdeling tussen mijn klavier hangt, ondanks mijn verwoede pogingen tot beterschap en properheid. Misschien toch maar eens een nieuwe laptop bestellen?

0 Comments