Musicals zijn maar iets raars. Indrukwekkend, dat zeker, maar toch vooral raar. Allicht zit mijn al te nuchtere inborst er voor iets tussen, maar ik heb nooit volledig begrepen waarom pakweg een moordenaar halverwege zijn daad opeens begint te zingen en te dansen, om na afloop lustig fluitend verder te gaan met het hak- en knalwerk. Uiteraard kan zo'n choreografie wel op mijn mateloze respect rekenen (probeer het maar eens, jodelen en moorden tegelijk), maar echt begrijpen doe ik het niet.
Gelukkig zijn er uitzonderingen, zoals deze heerlijke Chicago. Badend in een groezelig jaren twintigsfeertje (je kan het bier, het zweet en de sigaretten haast zo ruiken), maar toch met het nodige oog voor flitsende showbizz en zelfs een mooi gedoseerd laagje humor. I like.
Het tijdstip van de dag waarop ik zo'n dingen bekijk speelt natuurlijk wel een cruciale rol. Ik zou 'm niet aanraden als pre-vergaderingsvoer op een drukke dinsdagochtend of als middel om het middagdipje te bestrijden, maar op een luie vrijdagavond na een drukke werkweek is ie perfect. Een chipske erbij, tv-dekentje in aanslag, en hop!
Boeiend ook om de verschillen vast te stellen met de 'real life' versie, die ik vorige zomer.op Broadway mocht zien. Ook daar ben ik met de nodige scepsis heen gegaan, maar aangenaam verrast - en bijna zelf jodelend en swingend - terug buiten gekomen. Gelukkig heb ik me toen net op tijd herpakt, in een poging toch enige street credibility hoog te houden in NYC.
Een grote drang om vanaf nu ook Billy Elliot of Mamma Mia te gaan zien heb ik echter dan weer niet, daarvoor blijft het musicalwater mij toch te diep en mijn cynisme te groot. Maar die Chicago, die verdient dankzij z'n combinatie van aanstekelijke muziekjes en ietwat grimmige soberheid zeker een pluim. And all that jazz.
0 Comments