Tiny gaat zwemmen

Sporten in de winter, it's a hell of a job. Hoe sympathiek andere eenzame joggers op mijn weg ook zijn, tijdens deze donkere dagen laat ik ze mooi alleen lopen. Nee, mij zien ze niet op gladde, donkere wegen met een fluohesje en een reeks lampjes die geduchte concurrentie vormen voor de gemiddelde kerstboom. Er zijn grenzen aan een mens zijn moed en doorzettingsvermogen, en ik weet perfect waar de mijne liggen: bij vijf graden Celsius en vier Beaufort. Daarom zoek ik in deze tijd van het jaar mijn toevlucht tot het zwembad, want daar is het warm en verlicht. Maar oké, daarmee zijn alle voordelen meteen ook opgesomd.

Want ik weet niet hoe andere mensen het doen, maar ik vind zwemmen een erg omslachtige bezigheid. Niet de sport op zich (iets eenvoudigers dan op en neer zwemmen in een bak water bestaat er bij mijn weten niet), maar alles wat erbij komt kijken. Telkens ik in een zwemcomplex kom, duiken alle herinneringen aan sportlessen uit ver vervlogen schooltijden terug op. Hoe je in een tijdspanne van 50 minuten naar het zwembad moest stappen, je omkleden, drie baantjes trekken te midden van 20 andere klasgenoten die veel te wijde arm- en beenbewegingen maakten, afdrogen, plakkerige kleren aantrekken en terugwandelen naar school. Om dan de rest van de dag de chloordampen van je buur te moeten opsnuiven.

Gelukkig is de boel al een pak minder erg als je uit eigen beweging richting zwemcomplex laveert. De krappe tijdspanne van 50 minuten is er niet meer, de klasgenoten zijn verdwenen en vooral, je moet je niet langer omkleden in zo’n groot groepskleedhok. Hoewel een klein kleedhokje ook niet altijd een winner is. Meestal blijkt dat je je schoenen aan de ingang moet achterlaten en op blote voeten verder moet richting kleedruimtes. Typisch het moment waarop je beseft dat het niet slim was om die dag broekkousen aan te trekken, zeker als je met je intussen natte voeten merkt dat iedereen eigenlijk gewoon op schoenen verder wandelt. Eveneens eigen aan zo’n klein hokje is dat je je buren ongevraagd zit af te luisteren. Nee, het is geen aanrader om je buurvrouw, net wanneer je je vijf lagen winterkledij hebt afgepeld, te horen zeggen dat ze deze week weer vol uitslag staat. Of om het kindje naast jou tegen de papa te horen zeggen dat het dringend zijn gevoeg moet doen.

Wanneer je je dan eindelijk in dat koude (want heel de dag in de auto gelegen) badpakje hebt gewurmd, blijkt dat je een stuk van 2 euro nodig hebt voor je locker. En neen, Delhaize-jetons worden niet aanvaard, die werken enkel in winkelkarren. Ook typisch is dat op het moment dat je je rugzak door de te kleine deuropening duwt en met je elleboog het steeds dichtvallende deurtje tegenhoudt, er een natte zwemmer naast je staat die z’n spullen uiteraard uit de locker naast/boven/onder de jouwe wil halen. Boehoe.

En dan moet het zwemmen nog beginnen, steevast vooraf gegaan door het gevecht om het laatste vrije baantje. Zalig wanneer je je territorium hebt kunnen afbakenen, maar o wee als er in een latere fase nog iemand bijkomt (ja, later als ik groot ben wil ik een privé-zwembad). De relaxatiemuziek voor zwangere vrouwen neem je er uiteindelijk maar bij (die hoor je toch alleen maar met flarden wanneer je boven water komt), de deining die ze veroorzaken eveneens.

Maar alle gesakker ten spijt, een beetje warm water doet een mens wel deugd. Het bloed stroomt terug, je hebt je schoenen aan de ingang teruggevonden en je bent blij dat je niet in de striemende regen bent gaan joggen. En o ja, de eetlust is aangescherpt! Een frituur uitbaten naast een zwembad, dat moet toch het gat in de markt zijn?

0 Comments