Zou het stilaan geen tijd worden om vakantieplannen te maken?
Dit lijkt me wel leuk:
The Telegraph - 30 april 2009
Lees de rest van het artikel hier
Dit schattige dorpje is de plek waar Aeneas voor het eerst voet op het Italiaanse land zette na zijn vlucht uit Troje, en het moet gezegd, die mens heeft een mooie bestemming uitgekozen. Mooie uitzichten over Puglia, de perfecte plaats om met een cabrio rond te rijden, azuurblauw water in de baai én een ideale plek om te snorkelen. Kwijl kwijl...
En dan nog eens gezegend met zo'n mooie, elegante naam, die plek moet gewoon fantastisch zijn!
Boeiend prentje hebben we hier, gevonden op een website die vol interessant studiemateriaal staat voor iemand die zich wil verdiepen in authenticiteit en stuff.
Maar is het niet heel erg achterhaald? De stad die alleen maar slechte lucht en files uitbraakt versus het platteland vol zingende, vrolijke tuiniers? Het lijkt me nogal jaren zeventig, toen de zure regen ons ging bezoedelen en Louis Neefs nog luidkeels protestliederen zong. En suburbia het hoogst bereikbare goed was.
Want waar moet je een stedeling plaatsen die met de fiets naar het werk gaat en na de uren een moestuintje onderhoudt op z'n dakterras? Of de dorpsmens die met de auto naar de bakker rijdt en een slecht geïsoleerd alleenstaand huis moet verwarmen?
Lastige discussies, Julie vindt het allemaal nogal moeilijk. Want ze loopt graag rond in de stad, maar vindt het ook tof in haren hof. Oei toch, wat nu?
Nostalgie is in, nostalgie regeert. We rijden rond in wagens met een retro-desgin, luisteren naar muziek uit de tijd dat we ons eerste lief opdeden en laten onze koffie opnieuw door een filter druppelen.
De Standaard - 16 februari 2013
Marketingexpert Fons Van Dyck van Think BBDO beaamt: ‘We zien inderdaad een retro-nostalgietrend, waarbij retro staat voor authenticiteit en duurzaamheid. Retro wekt emoties en stemmingen bij mensen op die een behaaglijk gevoel geven en doen verlangen naar een geromantiseerd verleden. Ook al weten we best dat het verleden niet per se beter was dan het heden.’ Slimme mens, die Van Dyck. Moest er nu eens een socioloog zijn die zich bezighield met die materie, dát zou pas interessant zijn.
Met die enorme wijsheid in mijn achterhoofd zette ik vanochtend de radio aan, waar ‘Clear the Air’, de single van Jacco Gardner duidelijk in A-rotatie staat. Deze jonge Nederlandse kerel heeft een dromerige, psychedelische sound met een meer dan vette knipoog naar de sixties & seventies. Zijn kamer moet ongetwijfeld vol hangen met posters van Syd Barrett. Of zou het gewoon familie zijn?
Telkens als ik het nummer hoor heb ik de neiging om het mee te neuriën en het vervolgens een andere richting uit te sturen. Iets met ‘Emily’ of zo. Die dekselse Syd Barrett toch.
Hier, oordeel zelf maar.
Bij deze zegt Julie: lang leve nostalgie!
Een tijdje terug kreeg ik Nora Ephrons Julie & Julia cadeau, een culi-film waar ik me deze week lekker voor onderuit liet zakken in de zetel. Een film over eten, koken, bloggen en kleine appartementen, met twee quasi-gelijknamige protagonisten, dat kan alleen maar een geniaal cadeau en gigantisch veel spek voor mijn bek zijn. En omdat ik na een kleine inventaris vaststel dat een grote lap van de posts op mijn blog over eten en drinken blijkt te gaan, is een stukje over Julie & Julia hier meer dan op z’n plaats.
Julie & Julia schetst het leven van twee vrouwen die elk op hun manier met koken en eten bezig zijn, de ene als Amerikaanse patriot die haar volk Frans leerde koken, de andere vooral vanuit een persoonlijk experiment. En die combinatie werkt zeer goed en is bij momenten zelfs behoorlijk geestig, iets waar de vele close-ups van eten natuurlijk ook toe bijdragen. Want o ja, na het zien van de film had zelfs ik de drang om een bloemetjesschort om te binden en in een pot boeuf bourguignonof coq-au-vin beginnen te roeren. En dat wil zeggen dat we vér gekomen zijn.
Toch bleef ik de hele film lang wat op mijn honger zitten. De twee verhaallijnen kabbelen rustig verder, maar op geen enkel moment verrassen of verbazen ze echt. Dat in combinatie met de bij wijlen enorm irritante Julia Child, wiens stem een tijd na het einde van je film nog nazindert in je hoofd, maakt dat je het na een poos wel gehad hebt met het olijke pottengeroer. Maar het moet gezegd: magistrale prestatie van Meryl Streep om Julia Child zo levensecht gestalte te geven! Het mens kon er waarschijnlijk ook niet aan doen dat ze nogal euh… uitbundig was.
Julie & Julia is een geestig en licht verteerbaar filmpje, ideaal voor een winterse weekavond waarop je je even wil overgeven aan postkaartjesromantiek vol musettewalsjes en Franse bistro’s. Ook al weet je dat die dingen nooit echt op die manier bestaan, soms wil je gewoon méé zijn. En dat lukt bij deze film uitermate goed. Maar waar Julie & Julia van alles het best in slaagt is om je de onweerstaanbare drang te geven het kookboek van de Boerinnenbond open te slaan en er linea recta mee naar je kookpotten te lopen. En dat is ook exact wat ik nu gaan doen, na mijn aperitief weliswaar.
Er zijn veel ochtendmensen in de wereld. Waarschijnlijk een pak meer dan avondmensen. En ja, u raadt het al, ik behoor tot de laatste soort.
Die verdeling viel me deze week nog eens extra sterk op, toen ik mijn lot bij wijze van uitzondering nog eens in de handen van de NMBS legde (door mijn eigen lompheid en gebrekkige parkeerkunsten stond mijn bolide immers in de garage, oeps). Op mijn ochtendlijke busroute naar het station passeer ik een deel kantoorgebouwen, en het valt me telkens op hoe vol die allemaal al zitten op een uur dat volgens mij nog behoorlijk vroeg is. Volgens mij, dat zegt het dan weer allemaal natuurlijk :-)
Omgekeerd werkt het natuurlijk ook: als je bij wijze van uitzondering eens een vroege trein huiswaarts neemt stel je vast dat die propvol zit, terwijl dat een uur later al heel wat anders is. In tegenstelling tot files op de baan eigenlijk, die duren meestal vrij lang. Zouden treinpendelaars ochtendmensen en automobilisten avondmensen zijn? In elk geval, diezelfde bureaus aan het station, die ik ’s avonds op weg naar huis opnieuw passeer, zijn allemaal al leeg wanneer ik er voorbij kom. Iedereen voor den donkere binnen in het warme, veilige nest. Of zoiets.
Daarom blijf ik een enorme fan van de B-society, een collectief dat pleit voor de vrijheid om je dag wat naar achteren te mogen verschuiven, een uurtje maakt al een wereld van verschil voor je bioritme. En da’s waar, ik beaam, want ik heb de vrijheid om dat te doen. De mooiste uren zijn die in de vooravond, waar je – in deze tijd van het jaar – in de ondergaande zon nog even wat zaken overloopt om daarna rustig in gang te tsjokken. Hoe langer je wacht, hoe kalmer, dus hoe groter de beloning. Za-lig.
Enig nadeel – allez, ’t is maar hoe je het bekijkt – is dat mijn lijf zodanig geprogrammeerd is op gaan slapen na de herhaling van Dagelijkse Kost. Ik blijf het geweldige tv vinden, die me altijd zin geeft om een geruit tafellaken open te vouwen en er een rieten mand met een hoop lekkers op uit te stallen. Maar, dat avondlijke ritueel is ook altijd het moment waarop ik terug een klein hongertje krijg en een hartige midnight snack niet zou afslaan. ’t Is niet gemakkelijk, zo met een lege maag gaan slapen terwijl de close-up van een dampend bord macaroni nog op je netvlies gebrand staat, da’s gewoon afzien. Maar het levert wel ideeën op voor nieuwe topgerechjes!
De VRT lanceerde enige tijd geleden Fans of Flanders, een platform en tv-programma bedoeld voor expats en alle andere mensen die nog wat moeten wennen aan lokale gewoonten. Omdat ik het allemaal een nogal opvoedend vind klinken (herinner u het vreselijke Allemaal SAM dat ons een collectief samenhorigheidsgevoel probeerde op te dringen) heb ik er nog nooit een aflevering van gezien, maar toen ik toevallig op hun website belandde begon ik het allemaal al een beetje leuker te vinden.
Vooral de filmpjes over gekke lokale gewoonten zijn geestig, want ja, enorm confronterend :-)
Ik had er eigenlijk nooit bij stilgestaan, maar 't is waar, van zodra een trein een station binnenrijdt beginnen alle aanwezigen op het perron mee te wandelen. Een creatieve poging om gauw nog wat extra calorieën te verbranden misschien? Of nog in allerijl op zoek naar een vuilbak om het inmiddels lege koffiebekertje in te dumpen? Vreemd, eigenlijk snap ik het zelf niet.
Enne... moet je dat meelopen eigenlijk niet doen als de trein vertrekt en je iemand van op het perron wil uitzwaaien? Rare jongens, die Vlamingen.
Hahaaaaa, eindelijk is het zo ver!
Toen ik eind september weigerde het begin van de herfst te aanvaarden, besloot ik geheel tegendraads om zonnebloemen te zaaien. Ik was er van overtuigd dat die op korte tijd flink zouden groeien, zeker als ik ze mooi aan het raam zou zetten.
Intussen heb ik de natuurwetten al iets beter gesnapt en aanvaard, maar toch ben ik mijn zaaisel volop blijven steunen, aanmoedigen en besprenkelen. En kijk, mijn toegewijde zorgen worden beloond! Alleen snap ik nog altijd niet waarom de ene plant sneller groeit dan de andere, da's zo zielig voor het kneusje van de pot.
En net toen ik een miniscuul vreugdedansje wou inzetten om dit prille begin van de lente te vieren, werd ik weer met de wisselvallige voeten op de grond gezet...
Sneeuw en zonsondergangen, op esthetisch vlak scoort het lang niet slecht. Maar ocharme mijn bloempjes, al helemaal de kluts kwijt nog voor ze goed gelanceerd zijn! Hoewel ik natuurlijk zelf voor een groot deel de oorzaak ben van hun klutsenkwijtzijn, met mijn tegendraads gezaai en zo. Mag je bloemen eigenlijk epo geven?
Soms trakteer ik mezelf op een aperitiefje. Gewoon, omdat dat lekker is. Net voor je de kookpotten induikt even kijken wat je nog in de barkast hebt staan, die ingrediënten intikken op Google met de woorden ‘recept’ en ‘cocktail’ ervoor en shaken maar! Zo kan ik iedereen de Martini Royal (half Martini Rosato en half champagne) aanraden, dé zomercocktail van 2012. Zo passé ben ik dan wel, maar dat kan mij geen moer schelen. Seizoenen zijn toch overroepen. Behalve de herfst natuurlijk, want dan kan je wild gaan eten.
Nu, voor u zou gaan denken dat ik een echte snob ben, met mijn champagne en zo, kan ik u geruststellen: ik heb er braafjes cava bijgegoten, het budgetvriendelijke en meer voetjes-op-de-grondalternatief voor de parelende schuimwijn uit de bekende Franse regio.
Maar toen ik duchtig cava bij mijn Martini zat te mengen vroeg ik me opeens af waar de goeie ouwe schuimwijn eigenlijk naartoe is. Schuimwijn, toch wel hét aperitief van de jaren negentig, meestal onlosmakelijk verbonden met prikkers met kaas en druiven en grote kommen paprikachips, is niet meer. Intussen zijn die laatste ingrediënten vervangen door kerstomaatjes met mozzarellabolletjes en basilicum en een bescheiden schoteltje Thai Sweet Chili chips. En… cava.
Is het niet gek dat schuimwijn op een paar jaar tijd uitgegroeid is tot een woord dat je niet meer mag uitspreken want voor eeuwig en altijd geassocieerd met ‘van de goeiekoop’? Cava klinkt zoveel eleganter, ’t is de drank waar je niets mis mee kan doen. En toch gaat het eigenlijk om bijna dezelfde substantie, niet?
Waar cava geniaal in geslaagd is, is om de naam niet goedkoop te laten lijken of enige associatie op te roepen met matige kwaliteit. Nee, cava is gewoon het degelijke alternatief voor ouderwetse, veel te dure champagne (een beetje zoals de klassieke Bordeauxwijnen, die zijn precies ook ergens blijven steken bij het laatste fonduefeestje, zo ergens eind jaren negentig). En kan je een cava-drinker ongelijk geven? Ik dacht het niet!
Voorlopig blijft het me een raadsel waar de schuimwijn heen is, maar ik blijf het een boeiend fenomeen vinden. (Hoe zou het eigenlijk met de zure regen zijn? Da’s nog zo een!) In afwachting van een antwoord doe ik me dus maar te goed aan een zelf bijeengegoten cocktail en duik ik stilaan mijn kookpotten in. Misschien maak ik wel authentieke stoemp met worst, kwestie van de tradities niet te verloochenen.
Maar kijk eens aan!
Ik heb de techniek van het straatjutten nog maar pas ontdekt, en nu blijkt dat ik ‘m al toegepast heb zonder het zelf te beseffen.
Dit prentje heb ik vorig jaar ergens op een vroeg lentemoment genomen (en met vroeg bedoel ik de tijd van het jaar, niet het uur van de dag, hoewel ook dat, gezien het voor de middag gebeurde, naar mijn normen behoorlijk vroeg was).
Het is zo typisch moment waarop je twee keer moet kijken en tussenin best even met je ogen knippert. Niet de kinderlijke ‘hee’ die straatjutter Richard Stomp voorschrijft, maar meer een verbaasde ‘huh?’. Fonetisch slechts een klein verschil, maar u snapt mijn punt wel. Zeker als die ‘huh’ op het moment valt dat je met je slaapkop de gordijnen opentrekt en even naar buiten tuurt om te zien wat de dag zal brengen. Een gemotoriseerde hond op de oprit van de buren, fijn zo. Maar dus ook wel een beetje ‘huh’.
In welke hoedanigheid die hond daar precies was, taxichauffeur, bouwvakker of gewoon op bezoek, ik zal het nooit weten. Evenmin of het beest een goede chauffeur is (hij reed toch niet met een L, dus ik denk van wel) of al veel parkeerboetes heeft gehad. En zou ie vaak in de file staan?
Maar dat doet er allemaal niet toe. Punt is dat ik aangenaam verbaasd was door Fifi z’n verschijning en daardoor met een gezapige grijns aan mijn dag begonnen ben. En dat zijn de beste, echt waar.
Mademoiselle Julie soigneert haar gasten graag en brengt hen verhalen over de Dingen Des Menschen, met focus op food, travel en alles wat mooi is. Kom binnen en zet u!