Ho ho ho! Kerstmis all over, deel 2. Knetterende haardvuren, eend, whisky... en een beetje buikpijn.
Kerstmis all over! Er is geen ontkomen aan, dus probeer ik dat ook niet. Wel integendeel: keihard naar de kerstmarkt ja. Feest!
Wat regent het leuke gadgets in deze tijd van het jaar!
© Vitra - via La Fabrika |
Deze Vitra toolbox lijkt me uitermate geschikt als organizer voor de pas verhuisde mens. Rondslingerende brieven, pennen en papieren belanden al gauw ergens in de zetel, terwijl ze een veel mooier huisje zouden moeten krijgen. Zoals deze toolbox dus.
Ideaal om wat te prullen of bankieren vanuit de luie zetel, zonder onmiddellijk een bureau ineen te moeten vijzen ;-)
Ik beken, ik lees al eens speelgoedcatalogi. Niet omdat ik een leger kinderen van nieuwe hebbedingen wil voorzien of omdat ik zelf per sé een nieuw poppenhuis wil, maar gewoon, omdat ik dat best gezellig vind. In deze tijd van het jaar is er toch geen ontkomen aan, je kan er dus maar beter even door bladeren om mee te zijn met de trends van het moment. Opvallend hoe prinsessenroze, jongensblauw en rood-groene kersttinten mekaar al jaren aan een stuk afwisselen, elke bladzijde duidelijk voor haar specifieke doelpubliek ontwikkeld. Gek ook hoe die dingen vol staan met attributen om van volwassentje te spelen. Of om u in een trol te verkleden. Of een combinatie van beide. Nog gekker ook hoe we het op latere leeftijd net andersom willen. Volwassentje spelen? Saaaaai!
Deze tijd van het jaar is, naast het bovenvermelde verwerken van massa's catalogi, ook het typische moment waarop het echt koud wordt en je terug moet wennen aan tocht op het perron (handschoenen: check!), snotneuzen en wegwapperend haar. En wat er op zo'n momenten al wel eens gebeurt is dat je, door iets te dicht bij de wachtende medemens aan te leunen in de hoop hem of haar als windscherm te kunnen gebruiken, ongevraagd conversaties begint af te luisteren. Niet dat het een gewoonte is, het gebeurt gewoon. Echt waar.
Deze keer viel de eer te beurt aan een groepje studenten op weg naar huis, waarvan een aantal leden zich klaarblijkelijk verwonderde dat tram 2 er weldra aankwam, o horror! Het strakke plan was reeds uitgetekend: eerst studeren, dan carrière maken, eerste kind op 28, tweede en allicht laatste kind voor de 30. 'Want,' zo verklaarde de door mij afgeluisterde mede-treinreizigster, 'tram 3, dat moet erg zijn, dat is pas oud!' Een kleine stilte maakte zich meester van de coupé, mijn maag begon wat ongemakkelijk te draaien, ik schuifelde wat met mijn fluoblauwe sneakers en keek even achterom: die zagen er allemaal zo veel deftiger en ernstiger uit dan ik!
Dus weet je wat? Ze mogen het hebben, hun ernst en nest kinderen. Ik was dan ook zeer blij toen ik één halte later al van de trein mocht stappen om een gezellig avonduitstapje te maken, terwijl zij - hoe saai! hoe volwassen! - recht naar huis gingen. Net goed. Leve tram 3, ik kan niet wachten!
Hihi. Cointreau in een huisje. Daar word ik dus blij van.
© Belmodo.tv |
Blijkbaar is het precies 150 jaar geleden dat meneer Cointreau zijn drankje begon te brouwen en aan de man/vrouw te brengen, door in zijn thuishaven Parijs een kiosk te plaatsen waar mensen konden proeven en kopen. Een pop-up store avant la lettre, geweldig toch?
Om dat heuglijke feit te vieren brengt Cointreau een limited edition uit, die - o verrassing - de vorm aanneemt van een kiosk. In dat huisje vind je naast - uiteraard - een fles Cointreau ook twee cocktailglazen en wat postkaarten uit de goede oude Parijse tijd. Nostalgie? Bwahnee gij!
En dat alles kan men zich aanschaffen in de Smets Premium Store in Brussel, driewerf hoera!
Deze is goed. En confronterend.
Zweedse foodies verzamelden in september massaal in Dill, het chique pop-uprestaurant in Stockholm. Ze kregen er hoogstaand en verdacht betaalbaar eten, een onberispelijke service en een hip kader. Geen wonder dat iedereen er tussen de verschillende gangen duchtig op los tweette hoe gewéldig die plek wel niet was.
Ik geef het toe, moest ik in Stockholm wonen was de kans groot dat ik ook wel eens een kijkje wilde gaan nemen in die Dill. Of nee, waarschijnlijk zou ik er niet geraakt zijn wegens hopeloos te laat met reserveren, maar de intentie zou er wel zijn. Want een immer volzette keet wakkert de hype alleen maar aan, dat weten we.
Maaaaaarrrrrr, kat op de koord: Dill bleek een reclamestunt voor, jawel, Lidl. Of hoe niemand ondanks het simpele anagram opmerkte dat alle producten uit de bekende budgetsupermarkt kwamen. Onder het overduidelijke motto 'Sometimes you need to change the outside, to get people to discover the inside' hebben ze vele bevooroordeelde foodies een spitsvondig lik op stuk gegeven.
En ja, ook ik zou er met open ogen ingetuind zijn. Bobo, weet je wel.
Ik geef het toe, moest ik in Stockholm wonen was de kans groot dat ik ook wel eens een kijkje wilde gaan nemen in die Dill. Of nee, waarschijnlijk zou ik er niet geraakt zijn wegens hopeloos te laat met reserveren, maar de intentie zou er wel zijn. Want een immer volzette keet wakkert de hype alleen maar aan, dat weten we.
Maaaaaarrrrrr, kat op de koord: Dill bleek een reclamestunt voor, jawel, Lidl. Of hoe niemand ondanks het simpele anagram opmerkte dat alle producten uit de bekende budgetsupermarkt kwamen. Onder het overduidelijke motto 'Sometimes you need to change the outside, to get people to discover the inside' hebben ze vele bevooroordeelde foodies een spitsvondig lik op stuk gegeven.
En ja, ook ik zou er met open ogen ingetuind zijn. Bobo, weet je wel.
En het blijft maar gadgets regenen! Ziehier het volgende topic op Julies steeds langer wordende 'nutteloze maar o zo leuke spullen'-lijstje:
De doedelende wijnkoeler, astamblieft!
Let niet op de slechte gsm-foto, want dit plaatje is letterlijk te velde geschoten. En wanneer het koud is aan de vingers is kadrering van bijkomstig belang. Ja, zo'n luie fotograaf ben ik dan.
Maar dus, de doedelende wijnkoeler of wijnkoelende doedelaar, jeuj! Hij ziet er wel gezellig uit, hoewel ie ook weer niet zó veel koelingsoppervlak om het lijf heeft. Maar ook dat beschouw ik veeleer als bijkomstig.
Ik denk dat ik de feestdagen dit jaar wel leuk vind, zeker als ik mezelf op een ommetje langs Meublia trakteer...
Laatst bracht ik nog eens een dag door als nomadische werkmens, een gewoonte die ik af en toe hanteer om de geest wat aan te scherpen en tegelijk een studie te maken van de betere koffiebar. Een onbedoeld en bijkomstig effect van zo'n werksituatie is dat je soms mensen afluistert. Je wil het niet per se, je overweegt zelfs om je hoofdtelefoon op te zetten om de ruis te onderdrukken, maar toch houdt iets je aandacht vast: pure nieuwsgierigheid.
Zo hoorde ik drie studentes alle opties overlopen voor een reisje naar de zon tijdens de lesvrije week.
Reactie 1 van mezelf: 'Moeten die niet naar de les?'
Reactie 2 van mezelf: 'Gelukzakken, jullie hebben vakantie in februari.'
Reactie 3 van mezelf (uiteraard inwendig, ik heb ook mijn trots): 'Ik wil ook, ik wil ook!'
Totdat ik hoorde dat de trip hoogstwaarschijnlijk de vorm zou aannemen van een all-in naar Djerba. Reactie 3 kwam toen te vervallen.
Maar dat neemt niet weg dat die kleine conversatie enigszins confronterend was, ik herken er mezelf volledig in. Het is het lot van de Ryanair- en Erasmusgeneratie, opgegroeid met Europa als dorp in de achterzak. Snel een ticket boeken, even zoeken naar slaapplaats en hop, een weekendje weg naar Praag. Of Berlijn. Of Dublin, maakt niet uit. Tot je in de fase komt dat een weekend Ardennen 'ook leuk kan zijn' en dat je geen genoegen meer neemt met een blik ravioli in een jeugdherberg. 'Een restaurant met een ster, dat heeft toch eigenlijk een goede prijs-kwaliteitsverhouding?' En dan is er nog dat ecologische aspect dat steeds een licht schuldgevoel opwekt als je een tarmac opwandelt....
Maar toch, vliegen, het blijft iets hebben. Volledig ingegespt tegen de rugleuning van je zetel plakken bij take-off, een klein kriebeltje in de buik voelen en vervolgens het behoorlijk bevrijdende 'En we zijn weg!' prevelen. Af en toe, zo heel af en toe vind ik dat een aangename gedachte. Eco-zondaar, jawel. Toch maar Djerba dan?
Hoera voor mezelf.
Een volledig jaar in de ether, en nog niet publiekelijk uitgejouwd op straat. Ik beschouw dat als een goed teken.
En wat nu? Doordoen, tiens! Of wat had u gedacht?
Webshops met gadgets zijn leuk. Zeker als de feestdagen eraan komen en je weldra wat extra vensterbank ter beschikking hebt. Voor dit juweeltje bijvoorbeeld.
© 24dientes |
Voor mensen zoals ik, die amper een plant in leven kunnen houden, lijkt het de ideale uitdaging. Als de plant het begeeft heb je nog altijd een mooie pot als souvenir en kan je het jaar nadien opnieuw beginnen. Iedereen content dus.
En deze is ook geniaal, voornamelijk in de categorie 'op pret maken staat geen leeftijd'. Een keukenwekker die kukeleku zegt als je eten klaar is, fantastisch toch?
© Kikkerland |
Ja, echt. Nu nog leren koken.
Hehehe. Dit vind ik grappig.
© Could Only Happen in Belgium |
't Is een prentje van de beruchte Facebookgroep Could Only Happen in Belgium. Meestal zeer tongue-in-cheek, zonder te veel gezaag (geldt helaas niet altijd voor de commentaren). En zo hebben we het graag. Over van die kleine, onlogische, maar blijkbaar zeer Belgische dingen. Vooral rare verkeerssituaties, zo te zien. Zeer herkenbaar. Ik ben fan.
Hee, deze is leuk. Ontsproten aan de koker van de kerels die ook al de Dutch Design Chair op hun naam hebben staan: de Dutch Design Basket!
© Dutch Design Basket |
Less is more, moeten ze gedacht hebben. En gelijk hebben ze.
Je moet er maar opkomen: eenvoudig opgevouwen karton met print verkopen, dat je na ontvangst thuis rustig kan openvouwen tot een handige opbergdoos. Of paraplubak, als je 't mij vraagt.
Weegt niets, kost niets en lijkt bovenal heel eenvoudig ineen te knutselen. Hoewel, bij Ikea zeggen ze ook altijd dat hun kasten makkelijk te monteren zijn...
Dus oké, eerst zien en dan geloven, maar ik ben in elk geval fan. Ideaal voor in een nieuw interieur, zou ik zo denken ;-)
Het Allerheiligenweekend. Baken van euh... doodse stilte na weken vol rondhosserij. Oktober is de klassieke maand waarin alles, maar werkelijk alles, samenkomt. Alle mogelijke vergaderingen en commissies op het werk, etentjes met vrienden, familiefeesten, administratieve afhandelingen, enzoverder enzovoort. Natuurlijk is dat plezant, super, fantastisch, maar soms ook een beetje vermoeiend. En dat maakt het eerste weekend van november tot een klassiek en welverdiend rustpuntje. Wanneer de eerste klop van de weekendkoppijn verteerd is sta je recht... en ga je naar buiten.
In mijn geval was dat naar de heimat, waar ik voor de gelegenheid een weekend resideer. En alsof het met overduidelijk voorbedachte rade is, kiezen de radiobonzen van StuBru uitgerekend dit weekend om enkel plaatjes te draaien uit de voorbije drie decennia. Ik vond het al verdacht, zoveel goede nummers na elkaar, en toen ik mezelf betrapte op het vreselijke 'Eindelijk nog eens muziek uit onze jongen tijd' wist ik dat het tijdperk van het oude taartendom finaal om de hoek begint te lonken. Wanneer je muziek uit je formatieve jaren combineert met logeren in de kamer van je jeugd, kan je niet anders de boel keihard afkruiden met nog wat extra nostalgische elementen. Bij gebrek aan Bacardi Breezer en Aïki Noodles ben ik dan maar de velden in getrokken, want het was al lang geleden dat ik mijn benodigde dosis modder, koeien en fermettes had gekregen.
En zo geschiedde. Ik trakteerde mezelf op een uitstap naar het hoogste punt van West-Brabant, hoezee, alwaar ik de vermaledijde Kesterheide in al haar glibberige glorie heb kunnen aanschouwen. Hoewel het allicht verstandiger was om dat na een lange droge periode te doen, hopelijk maken mijn sneakers een beetje pret in de vuilbak... Ach ja, niet getreurd, ik ga gewoon mijn oude knuffelbeer omhelzen en een Disney-video opzetten. En misschien vind ik nog wel een paar Dr. Martens in de kast.
En zo geschiedde. Ik trakteerde mezelf op een uitstap naar het hoogste punt van West-Brabant, hoezee, alwaar ik de vermaledijde Kesterheide in al haar glibberige glorie heb kunnen aanschouwen. Hoewel het allicht verstandiger was om dat na een lange droge periode te doen, hopelijk maken mijn sneakers een beetje pret in de vuilbak... Ach ja, niet getreurd, ik ga gewoon mijn oude knuffelbeer omhelzen en een Disney-video opzetten. En misschien vind ik nog wel een paar Dr. Martens in de kast.
Julie is onlangs gaan eten in een lekker restaurantje. In Antwerpen, bij de hipsters. Cool.
© Fiskebar |
Het gaat om de bekende Fiskebar, waarbij het ongetwijfeld een schande is dat ik er nog nooit geweest was. Maar zo gaat dat met hipsterketen, het duurt een tijd voor ik ze ontdek. Meestal minstens tot het moment dat de hipsters vinden dat de boel te mainstream wordt, omdat iederéén (waaronder ook boerinnen als ik) het pand begint te frequenteren. Ach, niet getreurd, hipsters vinden hun weg wel naar een nieuwe underground boîte. Meer plek voor mij, yes.
En de viskes waren lekker, zeer zeker! Misschien was het iets te enthousiast van mezelf om voor de calamares + gebakken aardappelen te kiezen, maar hee, als je iets doet moet je het toch goed doen? En omdat de calamares mooi in verhouding waren tot het hun omringende vet (geen gefrituurde druiptoestanden) viel die combinatie prima te pruimen. En dat met een mooi begeleidend wijntje erbij, top!
Enig nadeel is de slechte akoestiek. Veel galm en gekwetter, en moeilijk om de eigen tafelgenoten te verstaan. Volgende keer dus misschien toch maar een kalme weekavond uitkiezen, en een echte vis. Botermals gebakken als 't kan, dank u. Ik kijk er nu al naar uit.
Fiskebar
Marnixplaats 11
2000 Antwerpen
03 257 13 57
Op momenten dat de herfst in het land is en dat je opnieuw moet wennen aan koude en korte dagen, vind ik het zeer aangenaam om er wat zonnige plaatjes bij te halen. Instant vrolijkheid, jeuj!
Altijd als ik op reis ben en in een of ander dorpje rondloop vraag ik me af hoe vaak de reisgids in mijn handen al op de omschreven plaats van bestemming zou zijn geweest (veel waarschijnlijk, als je je baseert op de hoeveelheden zonnecrème en gesmolten ijskreem die nog tussen de bladzijden plakken). Zou zo'n gids het nooit beu worden om weeral naar dat ene pittoreske steegje te moeten gaan kijken? Na jarenlange ervaring wéét die toch gewoon dat dat steegje helemaal niet zo pittoresk is als de lyrische tekst doet vermoeden? Jammer genoeg kunnen reisgidsen niet spreken, ik zal het dus nooit weten.
Gênant is ook altijd het moment waarop je je reisgids terug naar de bib brengt en beseft dat je er maar 15 bladzijden uit gebruikt hebt, terwijl de overige 300 eveneens om je aandacht smeekten met hun gepromoot van de toeristische regio. Sjah, je mag een zwembad toch niet te lang alleen laten? Stel dat het zich eenzaam zou gaan voelen, je wil toch niet met een schuldgevoel en een wenend zwembad op de achtergrond terug naar huis?
En ook al heb je je best gedaan om het waterbassin niet te lang alleen te laten, toch ben je er evenmin in geslaagd om je karrenvracht ontleende romans helemaal te doorploeteren. Je wist dat het een beetje ambitieus was (met name dankzij de in het rood springende valiezenweegschaal aan de incheckbalie van de luchthaven), maar toch dacht je dat je ambitie niet extreem overdreven was. Edoch. Zelfs de elegante noodoplossing - de verlenging van het ontleende werk - biedt geen soelaas, want eens terug thuis kom je er niet meer toe om languit in de zetel boeken te verslinden. Het enige lichtpunt bij je teruggeefactie is dat er zich vanaf dan iemand anders op datzelfde boek kan gaan storten, mogelijks met meer succes.
Hoewel, wacht even, misschien moet ik voor het definitieve teruggeven toch nog één poging wagen? De donkere dagen komen eraan, er liggen een paar lange weekends in het verschiet,... een goed glas wijn en een hoekzetel bij een knetterend haardvuur, eigenlijk nodigt dat gewoon heel hard uit tot een kleine leesmarathon, toch? Schol... euh... start!
Bij het doorbladeren van de lokale nieuwsfeiten (ik beken, ik vind berichtgeving over pensenkermissen en wielerwedstrijden zeer ontspannend) viel mijn oog op deze stijlvolle flyer:
© www.locusnet.be |
Hij lijkt te dienen ter promotie van de bib, dat veilige oord der beschaving waar iedereen thuis is. Vandaar ook de slagzin 'Kom binnen en zet u'. Hmmm, bekt wel lekker. Goed gevonden, denk ik dan. Vanwaar zouden ze die hebben?
Julie houdt van eten, Julie houdt van etentjes. Uiteraard vormt die stelling lang niet zo'n groot geheim meer, maar daar trek ik mij lekker niets van aan. Wat ik zo leuk vind aan eten en etentjes? De sfeer, de verwachting, het watertanden. Misschien beschouw ik amuses en aperitief wel als het leukste onderdeel van het hele gebeuren, omdat je weet dat de pret nog maar net begonnen is en dat er nog heel wat lekkers op het karretje ligt te wachten. Niet dat overvloed en grote hoeveelheden tellen, gewoon het verlangen naar meer is voldoende.
In de restaurants waar het menens is tref je geregeld een open keuken aan, best indrukwekkend vind ik dat. Zelf ben ik het type keukenklooier dat meer baat heeft bij een stevig afsluitende keukendeur die eventuele chaos discreet aan het oog kan onttrekken, maar een echte kok heeft zo'n schaamlapje natuurlijk niet nodig. Die kookt en plein public, open en bloot. Een open keuken geeft een gevoel van kunde en vertrouwen, terwijl je als klant natuurlijk nooit het lef hebt, laat staan de kans krijgt, om te gaan kijken wat daar allemaal in de potten drijft. Misschien staat er in een achterkamertje wel gewoon een wand vol microgolfovens klaar? Eigenlijk weet je het nooit.
Daags na een etentje bekruipt mij steeds de drang en het schuldgevoel om de verworven calorieën terug te dringen. Het klassieke moment waarop de loopschoenen nog eens uit de kast komen, terwijl - dankzij het venijn van de begeleidende wijn - een stevige dorst zich reeds voor het lopen meester van de situatie maakt. En ook al wéét je dat je die dorst niet zal kunnen verdrijven door extra hard te lopen, toch begin je eraan. Schuld en boete, en omdat het moet.
Uiteraard krijg je dan zo'n typische zondagse oververhitte overlevingstocht als zeer hard te voorspellen resultaat. Een beetje overmoedig zijn, per ongeluk een blokje te ver lopen en intussen mensen argwanend zien kijken ('gaat die nu flauwvallen of niet?'). Dat alles temidden de geur van soep en rosbief, want zo gaat dat op zondag. Tijdens zo'n tochtjes hoop ik telkens wanneer ik een hoek omsla dat de gebraden kippen me in de mond zullen vliegen, maar helaas. Deze gazelle moet nog eventjes oefenen om dartel door het land te huppelen. Ooit komt het goed, maar één ding weet ik zeker: het zal niet op een zondag zijn ;-)
TTTTis gebeurd!
Julie neemt weldra haar intrek in een nieuw pand, en wel in de gezegende sugar town. Bijna een jaar geleden zat ze er reeds over te filosoferen, door vooral naar haar eigen voorspelbaarheid te kijken. Niets mis met voorspelbaarheid trouwens, beschouw het veeleer als een mooie vorm van regelmaat.
Het eeuwige dilemma tussen stad en platteland werd met de aankoop hopelijk vakkundig beslecht. Dicht bij het station, maar ook dicht bij de velden. Dicht bij het centrum, maar toch volop rust in de tuin. Goed openbaar vervoer in de buurt, maar ook een parkeerplek voor de wagen. Het betere Belgische baksteen-in-de-maagwerk, me dunkt: alle voordelen van stad en platteland, maar niet de nadelen. Geen gigantische balzaal, maar toch meer dan voldoende ademruimte.
En dat allemaal reeds vakkundig gerenoveerd: hoera zeg!
Schema's zijn leuk, schema's zijn interessant. Vooral dit exemplaar.
Uit: The Huffington Post - 15 september 2013 |
Het komt uit The Huffington Post (klik hier voor de volledige tekst), met de ronkende titel "Why Generation Y Yuppies Are Unhappy". Nu reageer ik meestal met enige scepsis wanneer weer de zoveelste generatie Alfa, Bèta of whatever wordt blootgelegd en geanalyseerd, maar het geval van de Generation Y Yuppies boeit me wel. In het artikel worden ze GYPSYs genoemd, ofte "Gen Y Protagonists & Special Yuppies". Amai zeg.
Meer dan een goed bekkende naam is het natuurlijk niet, maar het doet me wel denken aan Jelmer Jepsens analyse van het dertigersdilemma. Je weet wel, het plotse besef dat je de lat te hoog hebt gelegd en er tegen alle verwachtingen in niet zo vlot over blijkt te kunnen.. Wat natuurlijk van alle tijden is, en waarschijnlijk gewoon deel uitmaakt van de definitie van 'dertiger'.
De hoogte van die lat, dat is natuurlijk waar het om draait. Vereenvoudigd tot ietwat simplistische wiskunde geeft dat als resultaat dat hoe lager de verwachtingen, hoe hoger het geluk. Valt inderdaad wat voor te zeggen, en in het bijzonder voor de zeer wijze raadgeving "Stop met denken dat je speciaal bent".
Moeilijk he? Voor ons wezentjes die steevast zijn opgevoed met het idee dat als we iets maar willen we het ook wel zullen kunnen, dat als we maar hard genoeg ons best doen ons talent wel komt bovendrijven. Er zal wel een klein grondje van waarheid inzitten, maar toch, die verwachtingen wat aanpassen en het ego een beetje laten krimpen, ik vind het best een bevrijdend idee.
Maar is het dan allemaal kommer, kwel en saaiheid? Bwahneen! Zeker niet als we de allerbelangrijkste raadgeving uit het hele artikel ter harte nemen: "Blijf ambitieus, negeer dat het gras aan de overkant altijd groener lijkt (damn you, Facebook) en durf springen. De rest komt wel goed." Als dat er niet boenk op is!
'Nog een laatste meute toeristen,' zie je deze dame half opgelucht denken, 'en dan is het dorp weer van ons.' En kan je haar ongelijk geven? De tol die je betaalt voor het wonen in een pittoresk dorpje op een nog pittoresker heuveltje kan soms hoog zijn: maandenlang kan je je straat dweilen met aangespoelde Duitsers, Nederlanders en Italianen. En de occasionele Belg natuurlijk. En allemaal willen ze het authentieke zuiderse leven ervaren, want dat staat zo in de reisgids.
Totdat de zon wat lager aan de horizon begint te staan, de boekentassen weer van stal worden gehaald en de autocars terug richting noorden vertrekken. Die paar onnozele kwieten in september neem je er dan nog wel even bij, het einde is toch in zicht. En met die gedachte in ons achterhoofd moeten we inderdaad afscheid nemen van zomer 2013: 'ndag en bedankt, 't is mooi geweest!
En jawel, we zijn er geraakt!
Dit onooglijke vissersdorpje heeft op een paar barakjes na niet veel om het lijf, maar dat is niet erg, want de zee is er helderblauw. En ze hebben er gefrituurde vis. Ook een pro, als je 't mij vraagt :-)
Maanden geleden, aan wat ik toen dacht dat het einde was van een lange, barre winter (wist ik toen veel dat er nog vlotjes een maand bijgekletst zou worden) maakte ik kwijlend plannen voor een zomeruitstapje. Maandenlang uitkijken naar dat ene zonnige weekje, het lijkt bijna gênant.
Bron: www.otrantonline.net |
En toch. Net dat maakt reizen in september zo heerlijk. Akkoord, je moet er lang op wachten, maar je hebt tenminste gedurende een lange tijd iets om naar uit te kijken. Want is dat niet een deel van de charme van reizen? Ik zou voor geen geld ter wereld willen ruilen met iedereen die nu de woorden 'terug aan het werk/naar school', 'opnieuw routine en boterhammen smeren' of 'miljaar het regent!' in de mond neemt.
Nee nee, onze gok was perfect: een zomer lang in eigen land vertoeven (en jawel, klimatologisch gezien was die dik in orde) en van zodra de herfst de kop opsteekt nog eventjes de teensletsen en bikini in een valies gooien voor een laatste week zomer. En dan mag de herfst komen, dan zijn we er klaar voor! Wildseizoen, weet je wel.
Noem mij gerust ouderwets, maar ik hou van papieren agenda's. Een smartphone-agenda die je met al je toestellen kan synchroniseren klinkt inderdaad geweldig handig, maar wat doe je als iemand je tijdens een telefoongesprek vraagt of 18 oktober, ik zeg maar wat, een geschikte datum is?
Daarom dus ben ik verslingerd aan papieren exemplaren. Misschien ook een heel klein beetje omdat ik nostalgisch ingesteld ben. Zo'n papieren agenda reist overal met je mee, ruikt en proeft op den duur naar al je bestemmingen (niet dat ik dat proeven al getest hebt, u begrijpt wel dat dat figuurlijk bedoeld is). Ik hou ook van het overzicht dat zo'n fysiek exemplaar biedt, van het feit dat je in een weemoedige bui eventjes kan terugbladeren of op een ambitieus moment - hola zeg - kan vooruitblikken op wat komen gaat.
Mijn keuze voor het concrete design verraadt dan weer dan ik een gewoontedier ben. Altijd rood. Ook wel omdat dat de enige kleur was die ik in de winkel kon vinden, de zwarte zien er vanbinnen anders uit. En prinsessenroze of kanariegeel ogen nu ook niet echt professioneel. Vandaar de keuze voor rood. Niets mis met een rood boekje, toch?
Acht tv is onlangs gestart met het fel bejubelde Girls, een soort jongere versie van Sex and the City, maar dan anders. Of zoiets.
De reeks is inderdaad het perfecte voer voor de SATC-fan, hoewel Girls klaarblijkelijk het tegenovergestelde wil zijn: hier geen blingbling, geen dure levensstijl waarbij je je constant afvraagt hoe die te permitteren valt door tweewekelijks een column te schrijven, geen topmodellen in de cast, geen high fashion en geen limousines. Hoe veel meer kan je van elkaar verschillen?
Maar toch draaien beide series in de fond natuurlijk wél om hetzelfde: een aantal meisjes/vrouwen probeert zich een weg te banen in de jungle van New York, en rara, dat is merkelijk boeiender dan op de markt van Scherpenheuvel rondwandelen, maar is natuurlijk allesbehalve gemakkelijk. Menselijke toestanden in grootstedelijke contexten: ik ben fan.
Vol verwachting vleide ik me dan ook in de zetel neer (voor een tv-dekentje was het net iets te warm, maar daarover hoor je mij niet klagen) voor de eerste twee afleveringen, die best aardig bleken. Maar toch bleef ik wat op mijn honger zitten. Girls werd aangekondigd als veel realistischer dan SATC, en dat is het zeker, maar die opvallende poging tot realisme zorgt er bij Girls dan weer voor dat het er in die richting te ver over is. Karikaturaal realisme, bestaat dat? De hoofdpersonages krijgen net iets te expliciet een irritant trekje of niet-flatterend figuur mee, wat na een halve aflevering wat zwaar op de maag begint te liggen. Maar goed, extreme middelmaat zou natuurlijk gewoon enorm saai zijn, en dat willen we al helemaal niet.
Dus ach, zo één keer per week een brokje aardig meisjesvoer (zoals de titel overduidelijk suggereert), dat af en toe een snedig stukje dialoog of grappige pointe bevat: wie kan daar nu tegen zijn? Mijn tv-dekentje ligt al klaar!
Jup, Julie had het nog steeds naar haar zin in Lavazzaland. Wetenschap in combinatie met mooie landschappen levert een raar, maar boeiend beestje op. Gek ook hoe alle congresgangers op elkaar lijken: peinzend en een beetje schuchter. En met sandalen aan.
Alleen jammer dat de trein onderweg wat bokkig deed. Maar ach, het leverde best een mooi plaatje op.
Na een zomer bureauwerk vergeet je soms de geneugten van buitenlandse buitenlucht. Zeker wanneer die ergens anders op te snuiven valt dan in de vertrouwde perimeter. Wat mij spontaan zinnen à la ‘Turijn is fijn’ laat uitkramen. Mooie plekken hebben geen grootse poëzie nodig denk ik dan, ze zijn zo al mooi genoeg.
Maar goed, straks start het echte werk. Wetenschap en zo, want daarvoor doen we het natuurlijk.
Het dichten van het gat in je cultuur is een schier eindeloze zaak. Ik heb het dan ook al lang opgegeven om elke must see-film of -serie aan te vinken op mijn mentale lijstje, want er zijn gewoon veel te veel goede dingen gemaakt. Veel te veel brol uiteraard ook, maar dat laten we hier even buiten beschouwing.
Toch is er eentje die ik na jaren nog steeds niet gezien had, een toestand die onmogelijk nog langer kon blijven duren. Raden hoe blij ik was toen Acht tv onlangs startte met een bijna-dagelijkse (!) uitzending van Twin Peaks is bijgevolg niet nodig. Oké, bekentenis, het feit dat de huiselijke digicorder de geest gaf na een paar jaar bij nader inzien niet zo trouwe dienst, zo net voor het begin van de zomer met z'n volslagen gebrek aan vermeldenswaardige programma's, draagt enigszins bij tot mijn blijheid. Maar toch. Twin Peaks is ook gewoon goed. En dat in de zomer zeg.
Het probleem met zo'n zogenaamde cultklassieker is dat je 'm goed moet vinden, wat mij meteen met een berg 'ik ga er niets van snappen'-stress opzadelt. Gelukkig blijkt dat in het geval van Twin Peaks geen probleem, er valt namelijk niets te snappen! Of heb ik het nu echt helemáál niet gesnapt?
Neem nu de beruchte dwergscène, geniaal volgens kenners. En dat is ie ook, want achterwaarts ingesproken en geacteerd, en nadien in omgekeerde volgorde afgespeeld. Je moest er maar opkomen in een tijdperk dat gedomineerd werd door beenwarmers en Jane Fonda. Maar ook hier, bekentenis, want ik had dat eerst niet door natuurlijk. Eens je 't weet is het natuurlijk wel fijn, en spooky, en speciaal en zo.
En dan moet seizoen 2 zelfs nog beginnen, jawadde!
Het is een mooie zomer. En een mooi festivalseizoen. Na mijn escapades op festivals voor mensen van middelbare leeftijd achtte ik de tijd rijp voor nog eens een sneetje van the real thing, op een weide waar geen leesbril of vouwstoel te bespeuren valt. Aldus begaf ik me naar de zanderige ondergrond van het bronsgroene eikenhout. Dat ik een paar dagen na afloop nog steeds stof ophoest is bij deze van geen tel.
Jaar na jaar kost het me wat meer moeite om volledig mee te zijn met de trends van het moment (ik vond het dan ook licht choquerend dat het optreden van !!! in de recensies werd afgedaan als 'zeer 2004', boehoe?), maar gelukkig biedt het vuistdikke programmaboekje de nodige hulp. En ja, bij meerdere acts betrapte ik mezelf aan het einde van de set, wanneer de Grote Hit ten berde werd gebracht, op een 'aaaaah, dat is díe groep!'. Artiest content, publiek content, ik content.
Maar toch blijf ik de grootste sympathie koesteren voor artiesten die voor old skool eenvoud gaan, voor pure klanken zonder lichtshow. Met instrumenten en zo. Liefst ergens in de late namiddag of vooravond, in een zweterige tent gevuld met een handvol mensen. Die optredens zijn nog altijd de beste.
En dat is exact waar deze Glen Hansard - in de clip aan 't werk op een Oostenrijks festival - voor tekende.
Enigszins aandoenlijk om de mens wat gespannen te horen zeggen dat hij niet tussen zijn nummers zou beginnen leuteren, omdat hij anders de boel niet zou rondkrijgen binnen de voorziene drie kwartier. En ja, als je een paar maanden ervoor in het Koninklijk Circus een marathonconcert van een dikke drie uur gaf, moet dat niet zo'n eenvoudige opdracht zijn.
Maar Glen (Mogen we eigenlijk Glen zeggen? De man wekt zo hard de indruk dat ie in je straat woont of vroeger lid was van dezelfde tennisclub) is daar glansrijk in geslaagd. Inderdaad een gebalde set zonder overbodig geprul, maar wel boenk erop. En schoon zeg. En iedereen welgemeend aan 't dansen. Je zou 'm zo mee naar huis nemen, die Glen.
Heerlijk toch, die lazy sundays. Een boekje lezen, wat huishoudelijke taakjes uitvoeren, vechten tegen het dutje (ik heb gewonnen, jeuj) en in de vooravond een lekker aperitiefje uitschenken.
Zoals deze Grand Tonic: 3 cl grand marnier overgoten met een flesje tonic. Simpel en goed. En een lekker alternatief voor de klassieke Gin Tonic. Wat zoeter en kruidiger, en daardoor zeer lieflijk en ogenschijnlijk onschuldig. Tot je glas helemaal leeg is natuurlijk :-)
Druilerige dagen in augustus na een lange, hete periode, ze hebben iets vreemds. Nog voor de laatste warmte uit huis is kunnen ontsnappen hangt er plotsklaps een "'t is bijna gedaan"-sfeertje, alsof de herfst gewoon nog even moet wachten op het officiële startschot om voluit te kunnen gaan. Ook steevast het moment waarop ik me afvraag hoe lang het nog duurt vooraleer het wildseizoen begint.
Maar, niets van dat alles, 't is nog lang niet gedaan! Er staat nog een flink aantal weken zomer op de teller, het mosselseizoen is zelfs nog maar pas gestart. En o ja, ik mag nog op vakantie in september, als beloning voor mijn zomershiften bij 34 graden, wanneer iedereen zat te braden aan zee. Vanop mijn olijfberg zal ik dan af en toe - niet vrij van enig sarcasme - de filekaarten en railtime checken, als ware het een milde vorm van medeleven. Die ik dan vervolgens vlug overgiet met een glaasje rosé, kwestie van het leed niet te lang te laten aanslepen.
Daarna is het dan wel onherroepelijk gedaan, eind september wil niemand nog vakantieverhalen horen, dat is zo passé, zo juli 2013. Maar als dat de tol is die ik moet betalen: graag! Terug aan het bureautje gaan zitten, klep dicht houden en arbeiden maar. En vooruitkijken. Naar het wildseizoen. Bijvoorbeeld, om maar wat te zeggen.
't Is kalm op het werk. Heel kalm. Zo kalm dat het koffiemachien zichzelf voortijdig uitschakelt wegens te grote inactiviteit, terwijl het normaal eens per drie maanden door overmatig gebruik in de prak wordt gezopen.
De gang baadt in een semi-griezelig sfeertje, met al die gesloten deuren en volstrekte stilte. En dankzij die ene knipperende TL-lamp die pas eind augustus vervangen wordt. David Lynch is er niets tegen.
Als je toch iemand tegenkomt verschiet je zelfs een beetje, omdat je niet verwachtte nog een verdwaalde ziel aan te treffen. Goed dat dat handvol verdwaalde zielen er nog is, anders zouden de middagpauzes wel heel... euh... rustig zijn.
Maar gelukkig is daar de ijskreemman! Ondanks de lage bezettingsgraad op de campus heeft die ogenschijnlijk toch een goudmijn weten aan te boren, getuige zijn dagelijkse aanwezigheid, stipt rond lunchtijd. Zijn vertrek is dan ook het moeilijkste moment van de dag, want wanneer je het zeemzoete 'Mister Sandman'-melodietje hoort spelen aan een dermate traag en dromerig tempo weet je dat het wel heel zwaar zal worden om aan de lonkende siësta te weerstaan.
Wat eigenlijk nog niet zo'n gekke uitvinding is, zo'n siësta. Naar 't schijnt zou een kleine powernap echt helpen. Maar ook al zijn er weinig getuigen om mij op luid gesnurk te betrappen, die stap heb ik tot op heden toch nog niet durven zetten. Koffie helpt ook om mijn energiepeil - dat in de zomer veel weg heeft van een lekkende ballon die alsmaar leger wordt - terug op te krikken. Maar toch, heel eventjes de ogen sluiten met Mister Sandman op de achtergrond, het lijkt me wel wat.
Tijdens de kalme zomermaanden krijg je ook steevast een logistieke uitbreiding van je takenpakket, zich meestal concentrerend rond het opvangen van verdwaalde passanten en het bewateren van andermans plantjes. En het na afloop bukken en snel weglopen wanneer weer eens bleek dat zorgen voor een levend wezen niet je grootste sterkte is.
En aan het eind van de dag, wanneer al die taken erop zitten, wanneer de boeken toe gaan en de laatste deur op slot, dan neem je je schoenen van onder de airco (werkt echt!) en slof je lustig de zomeravond in. Warm en filevrij. Heerlijk.
Wie is Julie?
Mademoiselle Julie soigneert haar gasten graag en brengt hen verhalen over de Dingen Des Menschen, met focus op food, travel en alles wat mooi is. Kom binnen en zet u!
Mogelijk gemaakt door Blogger.